Achtergrond info zenuwbanen in de praktijk: stappen, hoe gaat dat dan?
Stel je voor: een spronggewricht van een paard.
In de spieren en banden rond dat gewricht zitten enorm veel metertjes voor spierlengte, spierspanning.
Als je paard nu een stap zet, verandert de spierlengte en spierspanning in allerlei spieren.
En de spanning op de banden verandert natuurlijk ook.
De metertjes verzamelen die informatie en sturen die informatie via de zenuwbanen naar het ruggenmerg.
De zenuwbanen komen tussen de wervels bij het ruggenmerg uit.
Door het ruggenmerg reist de informatie naar de hersenen.
Daar aangekomen wordt de informatie aan een aantal stations medegedeeld.
Al die stations berekenen wat er nodig is. Bijvoorbeeld een hogere spierspanning van 1 bepaalde spier. Een ontspanning van een andere spier…
De uitkomst wordt naar beneden gestuurd, via het ruggenmerg.
Tussen de wervels treden de zenuwen uit, gaan naar de spieren en melden de opdracht van de hersenen.
De spierspanning verandert, deze wordt aangepast aan wat er nodig is.
Er is van alles nodig om dit proces goed te laten verlopen:
De metertjes moeten hun werk goed doen.
De zenuwbanen moeten onbelemmerd en gezond hun werk kunnen doen: informatie doorgeven.
De kleine ruimte tussen de wervels, waar de zenuwen in- en uittreden, moet gezond zijn en niet verkleind door ontstekingsweefsel, littekenweefsel, uitstulpende tussenwervelschijven etc.
De hersenen moeten gezond zijn om de juiste berekening te kunnen uitvoeren.
En die informatie moet weer via gezonde banen naar de spieren.
De spieren moeten voldoende zuurstof/energie hebben om te KUNNEN samentrekken.
En intussen komt de volgende stap al!
Een fantastische machine, als alles goed werkt.
Meestal is dat gelukkig ook zo.
|